Hoe herkenbaar is de volgende uitspraak:

Mijn zorgen overweldigen mij.

Hoe herkenbaar is de volgende uitspraak:

Ik heb niet de neiging om me ergens zorgen over te maken.

Hoe herkenbaar is de volgende uitspraak:

Veel situaties zijn voor mij een aanleiding om te gaan piekeren.

Hoe herkenbaar is de volgende uitspraak:

Ik weet dat ik me niet zo'n zorgen zou moeten maken over dingen, maar ik kan er gewoon niks aan doen.

Hoe herkenbaar is de volgende uitspraak:

Als ik onder druk sta pieker ik veel.

Hoe herkenbaar is de volgende uitspraak:

Ik ben altijd wel ergens over aan het piekeren.

Hoe herkenbaar is de volgende uitspraak:

Ik kan zorgelijke gedachten makkelijk van mij afzetten.

Hoe herkenbaar is de volgende uitspraak:

Zodra ik iets afheb, begin ik me zorgen te maken over al het andere dat ik nog moet doen.

Hoe herkenbaar is de volgende uitspraak:

Ik maak me nooit ergens zorgen over.

Hoe herkenbaar is de volgende uitspraak:

Als ik ergens niets meer aan kan doen, dan pieker ik er ook niet meer over.

Hoe herkenbaar is de volgende uitspraak:

Ik ben mijn hele leven al een piekeraar geweest.

Hoe herkenbaar is de volgende uitspraak:

Ik merk dat ik me zorgen maak over dingen.

Hoe herkenbaar is de volgende uitspraak:

Als ik eenmaal begin te piekeren, kan ik er niet meer mee ophouden.

Hoe herkenbaar is de volgende uitspraak:

Ik maak me voortdurend zorgen.

Hoe herkenbaar is de volgende uitspraak:

Ik maak me zorgen over de dingen die ik nog moet doen, totdat ze af zijn.