Geen job, wat nu?

Prof. Dr. Hans De Witte is als Gewoon Hoogleraar Arbeidspsychologie verbonden aan de faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen van de KU Leuven.

Welk effect heeft werkloosheid op je gezondheid?

De Witte: “Zonder werk vallen is een belastende, problematische ervaring waar mensen zich heel slecht bij kunnen voelen. Ze ervaren angst- en of depressieve gevoelens, waardoor ze bijvoorbeeld slechter kunt slapen of hartkloppingen krijgt. Hierover is massaal veel onderzoek gedaan in alle uithoeken van de wereld, en het effect is overal hetzelfde. Cultuur en regio spelen hierin geen rol.”

Is er wel genoeg begrip voor de gevolgen van werkloosheid?

De Witte: “Werkende mensen kunnen zich er wel iets bij voorstellen, maar denken soms dat er ook voordelen aan verbonden zijn. Wie werkt, moet vroeg opstaan, heeft soms vervelende collega’s en moet heel hard werken voor zijn geld. Als zo iemand naar een werkloze kijkt, ziet hij iemand die niet vroeg moet opstaan, geen collega’s heeft en niet moet werken voor zijn geld. Is dat wel eerlijk? Maar dan vergeten ze dat werk hebben voldoet aan véél meer noden dan gewoon een inkomen verdienen. Wie werkt, is daar blind voor. Denk maar aan de structuur die wegvalt. De tijd die niet ingevuld raakt. Alles wordt saai, de variatie verdwijnt. Om niet te spreken over het verlies aan sociaal contact buiten het gezin. Ineens is er sociale isolatie. Werk zorgt voor identiteit, een status. Zeker in onze samenleving, waarin we ons altijd voorstellen in functie van ons werk. We hebben een beroepsidentiteit. Als je je werk verliest, valt die identiteit weg. Je wordt dan gedefinieerd door een gebrek aan werk, door werkloosheid.”

Wat mist een werkloze het meest?

De Witte: “Individuele ontplooiing. Als je werkt, kun je je vaardigheden gebruiken en inzetten. Dat zorgt voor tevredenheid. Het is prettig om een goed resultaat te tonen. Daarnaast doe je aan sociale ontplooiing. Je draagt bij aan de samenleving, iets doen voor een ander overstijgt ons individuele project, de samenleving erkent jou en compenseert je voor je inzet. Wie werkloos is, kan het gevoel hebben niet meer bij te dragen.”

Wat is het meest problematische aspect aan werkloosheid?

De Witte: “Heel vervelend is dat werkloosheid gepaard gaat met controleverlies. Iemand anders bepaalt of je aangeworven wordt. Je kunt nog zo je best doen, maar jij bent niet degene die beslist. Bij langdurig werklozen die vaak worden afgewezen, zie je op den duur een gebrek aan motivatie. Je blijft maar iets volhouden als het ook effect heeft. Je moet al stevige schouders hebben om de moed niet te verliezen. Mensen die altijd worden afgewezen, gaan er onderdoor. Dat is iets wat een werkende ook onderschat: ze denken dat het zoiets is als vakantie hebben. Maar ze vergeten dat zij precies weten wanneer ze weer aan het werk gaan en een werkloze niet.”

Welk advies geef je aan iemand die werkloos is?

De Witte: “Je mag de moed niet opgeven. Niks doen maakt het nog erger. Werk komt niet vanzelf naar jou toe. Blijf jezelf moed inpompen. En blijf actief zoeken naar werk, eventueel mét hulp. Geef jezelf nooit de schuld, moedeloos worden hoort erbij. Als je sociaal contact mist, kun je bijvoorbeeld vrijwilligerswerk gaan doen. Het brengt opnieuw structuur in je leven. Dat is niet 100 % hetzelfde als gaan werken, maar het stopt wel het proces van wegzakken in apathie. Bij mijn eigen studenten die door de coronacrisis thuis moeten blijven, heb ik dat duidelijk gezien. Voor sommigen is het heel moeilijk om zelf structuur in hun dagen te brengen en op den duur antwoorden ze zelfs niet meer op mijn mails.”

Waar vind je hulp?

De Witte: “Blijf zeker in contact met de VDAB. Ze hebben ook een dienst waar je een persoonlijke coach kunt inschakelen. Die leert je de trucjes van het solliciteren en hoe de arbeidsmarkt in elkaar zit.”

Hoe blijf je positief?

De Witte: Je moet een doel hebben. Deels moet dat doel ‘werk vinden’ zijn. Blijf ook hobby’s uitoefenen waarbij je positieve gevoelens ervaart, maar steek niet al je aandacht daarin. Het merendeel van je tijd moet naar solliciteren blijven gaan. Het probleem is dat je al gauw moedeloos kunt worden, je verliest het gevoel dat het doel nog te bereiken is. Ook dan is ondersteuning van buitenaf cruciaal om eruit te geraken.”