Kwaal van deze tijd: burn-out

Prof. dr. Elke Van Hoof is klinisch psycholoog (met specialisaties in psychodiagnostiek, trauma, stress en burn-out), docent medische, gezondheidspsychologie en eerstelijnspsychologie én oprichter van het Huis voor Veerkracht. Begin 2020 richtte ze de vzw Ally Institute op die o.a. de website iedereenok.be in het leven riep. Ze is ook lid van de Hoge Gezondheidsraad van België.

Wat is een burn-out?

"Bij een burn-out ben je emotioneel en fysiek extreem uitgeput. Je verliest het geloof in je eigen competenties en krijgt last van een cynische ingesteldheid."

Hoe krijg je een burn-out?

“Er ligt veel druk op mensen, zeker in de huidige, prestatiegerichte maatschappij. Wie niet meer mee kan, of moet meestappen in een verhaal waar hij of zij niet achterstaat, geraakt op den duur uitgeblust.”

Hoe voel je je bij een burn-out?

“Je hebt het gevoel dat je veel energie geeft, maar er niets voor terugkrijgt. Daardoor raak je stilaan opgebrand als een kaars. Je wordt apathisch en hebt nergens meer vertrouwen in. Je hersenen vinden geen oplossingen meer. Zelfs eenvoudige handelingen worden plots een onoverkomelijke klus, zoals je schoenveters strikken. Een burn-out is zeker geen ‘gewone’ vermoeidheid, het heeft namelijk effect op je lichaam, brein, emoties én gedrag.”

Hoe voelen anderen zich bij jouw burn-out?

Van Hoof: “Er is lange tijd veel onbegrip geweest voor mensen met een burn-out. Tegenwoordig zien we wel een evolutie, want het is nu min of meer genormaliseerd. Maar er is wél nog veel onbegrip voor het herstel: dat mag niet te lang duren. Er zijn natuurlijk geen zichtbare symptomen zoals een gips of krukken en daardoor is het lastig om te aanvaarden dat het genezingsproces zo veel tijd vraagt.”

Loop jij risico op een burn-out? Let op deze vijf signalen

“Een burn-out krijg je niet van de ene dag op de andere, zelfs niet als je twee weken over je eigen grenzen bent gegaan. Burn-out slaat pas toe na maandenlange, mentale overbelasting. In de psychologie gebruiken we de APGAR-score (naar analogie met de levenskansen van pasgeboren baby’s): zie het als een barometer om na te gaan hoeveel risico je loopt. Als je op twee domeinen van de vijf serieuze veranderingen opmerkt, moet je dat beschouwen als een waarschuwingssignaal.”

APPEARANCE (fysieke kenmerken): ben je misschien wat verdikt? Of net heel erg vermagerd?

PERFORMANCE (presteren): presteer je minder dan gewoonlijk? Of plots veel meer?

GROWTH (groei): kun je nog nieuwe informatie opnemen of vergeet je alles meteen?

AFFECT (gevoelens): krijg je je emoties nog onder controle? Of moet je misschien voortdurend huilen? Ben je agressief?

RELATIONS (relaties): is de band met je collega’s de laatste tijd veranderd? Heb je geen zin meer om mee te gaan lunchen of trek je je steeds vaker terug?

Hoe voorkom je een burn-out?

“Wees alert voor de APGAR-waarschuwingssignalen. Persoonlijk test ik mezelf elke eerste dag van de maand. Dan overloop ik even alle domeinen, om zo meer inzicht te krijgen in mijn eigen stressniveau. Het is een oefening die ik iedereen kan aanraden.

Verder is het belangrijk om jezelf niet te isoleren en verbonden te blijven met anderen. Hou zeker op je werk alle communicatiekanalen open. Misschien moeten je dagen anders ingepland worden of moet je meer rustmomenten nemen. Het is ook belangrijk om te leren aanvaarden dat je niet alles kan veranderen. Kies in ieder geval heel bewust voor een gezondere levensstijl en ga vaker wandelen, fietsen of sporten. Probeer een job uit te oefenen die meer aansluit bij je eigen talenten.”

Terug aan het werk na een burn-out

“Bij een gebroken been weet je ongeveer hoe lang het herstel duurt, maar bij een energie-aandoening als burn-out is het onvoorspelbaar. Het herstel verloopt enorm grillig. Je mag ervan uitgaan dat de tijd die nodig was om de burn-out te ontwikkelen, overeenkomt met de tijd die je nodig hebt om weer helemaal de oude te worden. Je kunt eventueel wél al eerder terug aan de slag, zij het voorzichtig en misschien eerst halftijds.

Gelukkig tonen de meeste geneesheren vandaag enorm veel begrip voor een burn-out. De overheid heeft dan ook geïnvesteerd in extra opleidingen. Als de tijd daar rijp voor is, moet er opnieuw een dialoog worden opgestart met de werkgever, want burn-out is een gedeelde verantwoordelijkheid.

Het is lastig als de werknemer zijn functie is ontgroeid, of geen energie meer krijgt van zijn werk. Wie veel geïnvesteerd heeft in een bedrijf, verwacht onbewust soms een tegenprestatie. Als die er niet komt, is het misschien beter om die job los te laten. Maar dat is niet gemakkelijk: mensen houden niet van verandering.”