“Ik ben wat ze noemen een ‘valse sociale’. Mensen hebben vaak de indruk dat ik heel open ben, een echte ‘mensen’-persoon die het beste voor heeft met anderen. Dat klopt ook wel, maar ik haal geen plezier uit luidruchtige feestjes of drukke sociale toestanden. Ik ben warm en empathisch, maar word ook graag met rust gelaten. Sinds een aantal jaren weet ik dat ik mijn rust echt nodig heb, net zoals mijn zoon. Bij hem uitte zich dat vooral in schoppen en boos zijn wanneer hij overprikkeld werd, toch zeker tijdens de lagere schooljaren. Zelf heb ik de neiging om me terug te trekken in stilte.”
- Home
- Verhalen
- Vanaf september voel ik dat ik moet oppassen voor de zogenaamde winter sadness.
Vanaf september voel ik dat ik moet oppassen voor de zogenaamde winter sadness.
Toni De Coninck (52) is zaakvoerder en hoogsensitief. Hij voelt zich regelmatig overweldigd door het leven, maar vond toch een manier om daarmee om te gaan.
“Ik werk in de culinaire en toeristische sector en word vaak uitgenodigd op persconferenties en drukke events. Ik kan je niet vertellen hoe vaak ik zo’n event op het laatste moment heb willen afzeggen, omdat ik me ’s ochtends totaal niet in staat voelde om met veel mensen te socializen. Als ik op voorhand weet dat er mensen zijn die ik goed ken, kan ik er beter mee omgaan. Dan is het feest. Maar het is ook al een paar keer gebeurd dat ik binnenkom, niemand blijkt te kennen en dan maar in een hoekje ga staan met een glas in mijn hand. Dan drink ik het glas op en vertrek. Ik heb angst voor het onbekende, ben emotioneel én een perfectionist: blijkbaar is dat een explosieve cocktail, zeker als je altijd het beste van jezelf wilt tonen.”
“Wanneer het mij teveel wordt, voelt het alsof alle prikkels tegelijk binnenkomen, zonder filter. Sociaal, auditief, visueel, psychologisch… Ik weet dan niet meer wat belangrijk is en wat niet. Je maakt je eigenlijk zorgen over alles tegelijk. En dan is er snel een druppel die de emmer doet overlopen. Dat kan de tv zijn die te luid staat, of zelfs een chauffage die staat te tikken. Dan voel ik me slecht en wil ik me terugtrekken. Heel vermoeiend, soms. Ik voel me dan zowel mentaal als fysiek niet optimaal. Ik word weemoedig en nostalgisch en tegelijkertijd ben ik veel vermoeider dan anders. Ik krijg last van hoofdpijn en begin ’s nachts te knarsetanden. Ik heb al gemerkt dat om me goed te voelen, ik mijn slaap nodig heb. Acht uur, anders ben ik geen mens. Ik ga eigenlijk te laat slapen, maar dat doe ik omdat ik na 22u alleen ben. Mijn vrouw is een ochtendtype dat vroeg gaat slapen. Die stille, avondlijke uren helpen me om tot rust te komen. Ik ben ’s ochtends dan ook nooit voor 9u actief. Ik drink koffie en laat de dag geleidelijk op gang komen.”
“Er zijn ook gradaties in je niet lekker voelen. Vanaf september voel ik dat ik moet oppassen voor de zogenaamde winter sadness. In de volksmond spreken ze over het vallen van het blad. Het begint bij mij vlak na de zomer, in september. Het duurt tot Kerstmis. Het is niet echt een najaarsdepressie, eerder een najaarsdip. Vreemd genoeg heb ik in de herfst ook veel meer nachtmerries. Ik sluit me dan wat vaker af, zeker op sociale media. Alsof ik in mijn schulp kruip. Maar ik post soms ook een heel eerlijk, open bericht over hoe ik me op dat moment voel. Daar krijg ik bijna uitsluitend positieve reacties op. Het is blijkbaar herkenbaar, ik leg de vinger op de wonde. Dat sterkt me en geeft toch iets van troost.”
“Vanaf september voel ik dat ik moet oppassen voor de zogenaamde winter sadness. In de volksmond spreken ze over het vallen van het blad.”
Toni De Coninck
“Met het ouder worden besef ik ook gelukkig meer en meer wat ik echt nodig heb in het leven. Ik zit graag thuis, in mijn zetel. Dan ben ik perfect gelukkig. Meer moet het niet zijn. Inmiddels ben ik 25 jaar getrouwd met mijn vrouw. Ik heb een paar van haar kenmerken overgenomen: niet te veel stressen, morgen kan het ook. Zij heeft dan weer een paar van mijn typische trekjes gekregen: we moeten dit nu doen! Zo houden we elkaar op een heel natuurlijke manier in evenwicht. Het helpt dat ze mij begrijpt en dat ik over mijn gevoelens kan praten. Daar krijg ik energie van. Ook schrijven is een goede uitlaatklep voor mij. Ik ben vorige zomer beginnen schrijven aan mijn memoires. Ik twijfel dan soms wel een beetje over het nut van die onderneming, want wie zit er nu te wachten op mijn verhalen over persreizen en ervaringen van de laatste 25 jaar? Maar het neerschrijven zelf is wel fijn. Ik droom er ook van om later sociaal te gaan ondernemen, of vrijwilligerswerk te doen voor een ngo. Ik denk dat zoiets ook helpt om je als mens goed te voelen. Ik aanvaard ook dat mijn werk niet 100 % fantastisch moet zijn. Ik hanteer de volgende stelregel: 75 % is tof, 20 % is ça va en 5 % is shit. Er is altijd een beetje shit.”