“Het is pas als mensen té voorzichtig zijn met mij, dat ik me gehandicapt voel.”
- Home
- Verhalen
- Guillaume (31) raakte verlamd na ongeval met zijn scooter
Guillaume (31) raakte verlamd na ongeval met zijn scooter
Guillaume Rambert (31) raakte in 2012 verlamd na een ongeluk op de scooter. Zijn leven veranderde op slag hélemaal. Maar dat hield en houdt hem niet tegen om gelukkig te zijn.
“De getuige die het ongeluk zag gebeuren, zei nadien dat het leek alsof ik in slaap was gevallen op mijn scooter. Ben ik flauwgevallen? Was er een probleem met mijn hart of mijn hersenen? Geen enkele test heeft uitsluitsel kunnen geven. Wat we wél weten, is dat ik gevallen ben en dat de scooter nadien op mijn rug is beland. Mijn rug was meteen gebroken en ik had een zwaar hoofdtrauma. Normaal had ik dit nooit overleefd, maar die getuige was toevallig een verpleegster en ze is getrouwd met iemand die ook verlamd is. Ze schatte de situatie meteen correct in en maande de ambulanciers aan om mij heel voorzichtig te vervoeren. Daardoor heeft ze mijn leven gered. Ik ben tien dagen in coma geweest en toen ik wakker werd, sprak ik geen Frans meer, maar Shakespeare Engels. Ik herkende niemand. Mijn vriendin stond naast mijn bed en ik wist niet meer wie ze was, maar wel dat ik van haar hield.”
“Ik moest lang stil blijven liggen om mijn rug niet te beschadigen en was opgelucht toen ik eindelijk uit mijn kamer mocht. Vanaf dat moment was ik enkel nog bezig met alles opnieuw aanleren. Stap voor stap. Doordat ik zo’n zwaar hoofdtrauma had, drong het volle besef van wat er was gebeurd niet altijd tot me door. En dat heeft me zeker op mentaal vlak goed geholpen. Ik had bizarre dromen die ongelooflijk echt leken. De neuroloog zei nadien dat dat een verdedigingsmechanisme is van het brein: die alternatieve realiteit geeft je het gevoel dat alles oké is. Daardoor kun je het trauma eventjes negeren en genoeg mentale kracht opdoen voor het moment dat het besef eindelijk doordringt. Ik leefde dus van dag tot dag. Ik had één doel: beter worden. Uit het ziekenhuis geraken en aan de rest van mijn leven beginnen. Ik had tunnelvisie en dacht enkel aan vandaag, niet aan gisteren. Er was altijd een volgend doel: uit bed geraken, een douche kunnen nemen, in een rolstoel kunnen zitten, naar een feestje gaan. Elke keer als ik iets kon afvinken, was ik ontzettend gemotiveerd om de volgende stap te nemen.”
“Uiteraard waren er moeilijke dagen, maar vreemd genoeg ben ik nu gelukkiger dan voor mijn ongeval. Als jonge gast had ik weinig structuur in mijn leven, geen doel, geen idee wat ik wilde worden. Doordat ik dit heb meegemaakt, ben ik precies wakker geschud. Het is de grootste reden waarom ik een andere, nieuwe invulling heb gegeven aan mijn leven. Ik denk dat hoe erger je gewond bent geweest, hoe groter daarna de drang is om te overleven en écht iets van je leven te maken. Uiteraard heb ik ontzettend veel geluk gehad door zo goed omringd te zijn. Vlak na het ongeluk probeerde ik het uit te maken met mijn vriendin, omdat ik vond dat ze niet samen moest zijn met iemand in een rolstoel. Maar ze heeft dat niet geaccepteerd. Nu ben ik daar uiteraard heel blij om.”
Maar ook mijn vrienden ben ik ontzettend dankbaar. Door hen ben ik echt geen moment alleen geweest. Als ik een biertje wilde drinken of nood had aan een gesprek: ze stonden er. Ik ben ook nooit anders behandeld geweest. Ik was niet ineens de gehandicapte, die je met fluwelen handschoenen moet aanpakken. Integendeel, mijn vrienden hebben me niet gespaard. Ze maken graag grapjes over mij en mijn rolstoel. Ik ben nog steeds gewoon Guillaume, maar in een betere versie: mijn leven heeft nu veel meer zin.”